Brussel wordt helaas niet mooier....

Achter mij op de bank ligt mijn hond te slapen, moe van een hele omzwerving door de stad. Misschien niet zo onder de indruk als ik. Na eenentwintig jaar Brussel blijft deze stad verbazen. Soms in positieve, soms in negatieve zin.

Voor een afspraak in mijn vorige B&B neem ik de bus van Schaarbeek naar Sint-Joost. Naar goede gewoonte is de bus te laat. Zodra ik op de bus stap vergezeld van mijn hond netjes aan de leiband, krijg ik van de buschauffeur commentaar. De hond moet een muilband dragen. Dit is de allereerste keer dat ik dit hoor. Op de bus zitten amper twee passagiers. Ik ben de derde. Op de volgende haltes stappen meerdere mensen op, allen van muzulmaanse origine.

Soms ben ik het kotsbeu in Brussel te wonen. Moet ik me als rasechte Belg aanpassen aan hun gewoontes? Is dit de wereld op zijn kop. Ik besluit wijselijk niets te zeggen, maar denk er toch het mijne van.

Aan het Houwaertplein in Sint-Joost stap ik af. Dit is het hart van de armste, dichtst bevolkte en meest multi-culturele deelgemeente van de hoofdstad. Omdat ik hier sinds september nog slechts sporadisch kom, valt de diversiteit des te meer op. Ik voel me toch wat onwennig.

NĂ  de afspraak trek ik richting Kruidtuin. De hond heeft een natuurwandeling dubbel en dik verdiend na het vele binnen zitten. De zon is helaas niet van de partij. Toch merk je aan de mooie bloesems dat de vervelend lange winter is vertrokken. We genieten beide van ons uurtje in het groen.

Groot is het contrast wanneer ik aan de andere kant van de Kruidtuin de Groenstraat in sla. Om de hondschuwe Brabantstraat te mijden, neem ik eerst een klein, miezerig straatje dat richting Koningsstraat omhoogloopt. Het ligt er belabberd bij. Aan weerszijden van het straatje staat hier en daar de deur open. Mannen lopen af en aan. Het zijn de laatste, allicht afgekeurde, hoerenkoten. Ik kan in het voorbijgaan de muffe geur ruiken. De panden net als de straat liggen er mistroostig bij.

Dat wordt helaas niet beter wanneer ik links de Groenstraat in draai. Nu pas begint het me te dagen hoe het komt dat acht op de tien kinderen in deze stad in armoede opgroeien.

Ook de verkrotting tiert hier weelderig. Heel wat panden staan leeg en zijn dringend aan renovatie toe. Maar wie wil hier nog investeren? Qua veiligheid na het vallen van de avond vrees ik het ergste.

Toch bevindt zich hier de achterkant en een ingang van de Sint-Lukas Hogeschool. Ik zou het begot niet wagen mijn dochter hier naartoe te sturen.



Tijdens het wandelen had ik aanvankelijk geen idee waar deze straat naartoe zou leiden. Maar plots sta ik aan het Liedsplein. Links van mij de Brabantstraat met een reuzebraderij aan de gang. Ik baan me een weg door de gesluierde menigte, steek door twee trams het plein over. Vijf minuten later ben ik thuis. Een van de weinig gerenoveerde gevels lacht me toe.




Na vier goed beveiligde deuren ben ik binnen. Ik die jaren geleden dacht dat Brussel mooier zou worden. Niet dus.

Kruidtuin 9 april 2015